Een voettocht over 2 reuzengletsjers in de Karakoram (Pakistan)

../wanlogo2.gif (16205 bytes)

door Fred Triep

Een ingekorte en bewerkte versie van dit verhaal is verschenen als artikel in de Berggids van 1994, nr 3

In juli/augustus 1993 liep een Nederlands trekkinggroep van 5 personen over de geweldige ijsmassa's van de Biafo en de Hispar gletsjer in de Karakoram (Noord-Pakistan). Deze tocht hadden ze enige maanden daarvoor uitgestippeld en via een Pakistaanse berggids hadden ze ondersteuning (dragers en een keukenploeg) georganiseerd. Ze maken een fysiek zware tocht van een week over stenen, ijs en fijne sneeuw, voordat Elly, Thecla, Marcel, Cees en Fred de grote sneeuwvlakte van Snow Lake bereiken. Dan blijkt hun tocht over de Hispar La door de vele fijne sneeuw een hachelijke onderneming te worden.

De toestand lijkt hopeloos

Het is vrijdag 6 augustus en we zitten met onze "expeditie" volledig klem. Gistermiddag zijn we met zijn zessen, onze Pakistaanse gids Imam Baig, de keukenploeg en de dragers na een tocht van een week over stenen, ijs en sneeuw op deze plek aangekomen. Onze 3 tenten staan op piepkleine vlakke terreintjes tussen muurtjes van gestapelde stenen in een sneeuwvlakte, die het begin is van "Snow Lake". De hoogtemeter van Marcel geeft ongeveer 4600 m aan.

Het was onze bedoeling, om de Biafo gletsjer te volgen tot de Hispar La (5151 m hoog) en dan over de nog grotere Hispar gletsjer weer naar beneden te lopen. De afgelopen dagen is het nogal slecht weer geweest op deze hoogte en daardoor is er veel verse sneeuw gevallen. Gistermiddag liepen we vanaf een kampeerplek op 4300 aan de zijkant van de gletsjer eerst over het ijs en later over stenen, die op de gletsjer lagen. Daarna sjokten we over de zeer zachte sneeuw naar deze kampeerplek. Toen ik in de middag ergens een stap buiten het sneeuwspoor zette, bleek ik tot mijn middel weg te zakken. Gelukkig kon ik mij toen aan een grote steen naast het spoor weer omhoogtrekken.

Vandaag hebben we weer een "gedwongen" rustdag, want een tocht overdag naar de Hispar La zou een eindeloos vermoeiende tocht worden. Veel mogelijkheden om het terrein om ons heen te verkennen hebben we niet. We hadden om zes uur vanochtend kunnen vertrekken voor een tocht naar de sneeuwvlakte op 4900 meter hoogte, die in 1892 door Conway als eerste Europeaan overgestoken werd. Deze sneeuwvlakte werd door hem "Snow Lake" (Lupke Lawa) gedoopt. Deze meer dan 300 vierkante kilometer grote sneeuwvlakte is het accumulatiegebied van de Biafo gletsjer. De weg naar deze onmetelijke sneeuwvlakte zou waarschijnlijk geen problemen opleveren, maar de terugtocht door de papsneeuw wel. We hadden ook een klein "hobbeltje" kunnen beklimmen, maar een echte top beklimmen zou, vanwege het lawinegevaar, niet mogelijk zijn. Gisteravond kozen we voor de tweede optie, maar toen het vanochtend om 5 uur weer sneeuwde, zijn we maar in onze slaapzakken gebleven.

foto11_2.jpg (12993 bytes) Grote foto links is 85Kb en rechts 88 Kb

Foto links: Uitzicht op Snow Lake en de Hispar- La, vanaf de kampeerplek
Foto rechts: Nogmaals uitzicht op Snow lake

Foto's: Fred Triep

foto12_2.jpg (12147 bytes)

Het is nu twaalf uur in de middag en het is nog steeds onbestendig weer. Ook Imam Baig is somber gestemd. Hij zegt dat we "bad luck" hebben en hij overweegt om uit veiligheidsredenen terug te keren, dat wil zeggen de meer dan 50 km lange tocht omhoog over ijs en stenen in omgekeerde volgorde terug afleggen. Wat een ramp !

Wat er aan vooraf ging

Op vrijdag 23 juli om 2.00 uur 's nachts zijn we op de luchthaven van Islamabad aangekomen. Vanuit Nederland hebben we kontakt gelegd met een Pakistaanse berggids, om voor ons dragers en een kok te regelen. We zijn benieuwd of deze gids ons op komt halen. Marcel heeft hem vorig jaar even gesproken en we hebben de afgelopen maanden alleen schriftelijk kontakt met hem gehad d.m.v faxberichten.

Vol spanning wachten we tot alle bagage van de band is komen rollen. Dan lopen we naar buiten, waar Imam Baig op ons staat te wachten. Hij brengt ons naar een hotel in Rawalpindi.

Zaterdagavond zouden we met een door Imam geregelde vlucht in een uur naar Skardu in Noord- Pakistan vliegen. Op zaterdagochtend blijkt echter, dat deze vlucht door het slechte zicht niet door kan gaan. Dat wordt dus een bustocht van meer dan vierentwintig uur over de Karakoram Highway. Als we om vijf uur 's middags met een door Imam gehuurd busje vertrekken, blijkt er een probleem bijgekomen. Een van de bruggen in de KKH, zoals de Pakistanen de Karakoram Highway noemen, blijkt ingestort. We moeten daarom 3 uur omrijden via de Swat vallei. Inmiddels heeft een Belg zich bij ons groep gevoegd. Luc wilde ook de Biafo-Hispar trek doen en heeft op het "juiste moment" in Rawalpindi Imam Baig getroffen. We hebben geen bezwaar tegen zijn aanwezigheid en zo bestaat onze trekking groep nu uit 6 personen.

Onze tocht naar Skardu blijkt uiteindelijk 50 uur te gaan duren. In de Swatvallei moeten we meer dan uur wachten op een vrachtwagen die vast zit, een stukje KKH verderop is enige uren bedolven onder een aardverschuiving en even voor Gilgit blijken de benzinepompen leeg. Als we de volgende dag met een ander busje naar Skardu vertrekken blijkt de chauffeur vervuilde diesel getankt te hebben, zodat hij om de paar honderd meter zijn motor moet schoonmaken. In de avond van die dag komen we uiteindelijk met behulp van door Imam gehuurde jeeps bij een hotel in Skardu aan. De kamer, waarin Cees, Luc en ik slapen is heel geriefelijk. We hebben zelfs een warme douche. Cees en Luc zullen nog een aandenken aan deze kamer meenemen.

Eindelijk op de gletsjer

Eindelijk gaan we dan de gletsjer op. Gisterochtend is onze "expeditie" op een kampeerplek voor het dorp Askole (op 2900 meter) gestart. Het was toen donderdag 29 juli en een week na ons vertrek uit Nederland. De hele expeditie bestaat nu uit ongeveer 32 man. Imam heeft een keukenploeg van 4 mensen en nog eens 24 dragers georganiseerd. Wij zullen zelf 10 à 12 kilo op onze eigen rug dragen. De rest van onze bagage en het door Imam ingeslagen voedsel voor 20 dagen, de keukentent en de grote eettent worden door de dragers gedragen. De tocht vanaf de kampeerplek tot voorbij Askole was filelopen. Grote groepen Engelsen, Duitsers en Italianen en vele dragers liepen hetzelfde pad langs de Braldu rivier. Gelukkig waren er maar weinig groepen, die de Biafo gletsjer opgingen. De meeste groepen in dit gebied lopen over de Baltoro gletsjer naar het basiskamp van de K2, de grootste berg na de Mount Everest.

foto01_2.jpg (13984 bytes) Grote foto links is 127 Kb en rechts 128 Kb

Foto links: Uitzicht op de samenvloeiing van de rivieren afkomstig van de Biafo- en de Baltorogletscher
Foto rechts: De brug over de rivier in het voetpad naar de Baltorogletsjer (naar basiskamp K2)

Foto's: Fred Triep

foto02_2.jpg (14677 bytes)

Gisteren was het ook nog snikheet, het werd midden op de dag nog 30 graden. Onze gids en de dragers hadden startproblemen, zodat ons tweede kamp om 1 uur 's middags gemaakt werd. Dat was veel te vroeg, want we waren toen nog heel fit. En we waren nog maar op 3020 meter hoogte !

Vanochtend zijn we om 7 uur over een enorme steenhelling omhoog geklommen en op de stenenhopen terecht gekomen, die bovenop het ijs liggen. We zitten nu op de gletsjer, niet ver van de gletsjermond vandaan ! Door al deze stenen is de gletsjer behoorlijk ruw. We hebben onze stijgijzers niet nodig om over het ijs te lopen. Enig uren ploeteren we verder over de met stenen bedekte ijsvlakte omhoog. We hebben heel veel profijt van de meegenomen skistokken.

Na een lunch van een uur op het ijs lopen we nog enige uren over het ijs. Er liggen nog steeds vele kleine en grote stenen op het ijs, maar de hellingen van de "ijshobbels" zijn wat minder steil geworden. Zowel naar beneden als naar boven kunnen we genieten van geweldige uitzichten over de 59 kilometer lange gletsjer en de hoge pieken eromheen.

Als we de kampeerplek aan de linkerkant van de gletsjer zien, blijken we nog bijna 2 uur nodig te hebben om van de gletsjer af te komen. Aan de zijkant lopen ontzettend veel spleten en we moeten veel "zigzaggen" om veilig op de zijmorene te komen. Ik moet 2 keer op een smal en glibberig randje tussen twee diepe spleten van het ene naar het andere ijsmassief lopen. Ik ben erg moe en ik moet me tot het uiterste concentreren om niet uit te glijden. We komen na een tocht van 10 uur over stenen en ijs "kapot" op de kampeerplek aan. Deze plek heet Mango en ligt op 3700 meter. Bekaf zitten we op zeiltje in het gras en drinken we de thee, waarmee de keukenploeg ons op deze plek verwelkomt. We hebben een uur nodig om bij te komen, daarom wachten we even om de tenten op te zetten.

foto03_2.jpg (15297 bytes) Grote foto links is 144 Kb en rechts 121 Kb

Foto links: Vanaf onze kampeerplek links van de gletsjer lopen we naar de gletsjer terug.
Foto rechts: Op de gletsjer volgen we enige tijd een snelstromende "beek"

Foto's: Fred Triep

foto04_2.jpg (13764 bytes)

De volgende dag is gelukkig minder zwaar. We lopen dan een uur langs de gletsjer om het punt te bereiken, waar we er weer op gaan. Daarna lopen we nog 5 uur over het ijs en steken de gletsjer over. Deze wandeling over het ijs is niet buitengewoon moeilijk, alleen het oversteken van een snelstromende, brede en ijskoude beek over de gletsjer is spannend. Cees en ik hebben wel last van de hoogte. Zolang we niet al te snel over het ijs lopen, gaat wel. Maar als we proberen sneller te lopen, worden we misselijk. We komen om half drie 's middags op onze nieuwe kampeerplek aan. De plek heet Baintha en ligt op 4010 meter hoogte. De volgende dag houden we hier een rustdag om te acclimatiseren.

foto05_2.jpg (12974 bytes) Grote foto links is 94 Kb

Foto links: De avondzon schijnt tussen de wolken door over de bergen naast de gletsjer

Foto: Fred Triep

Vlooien en nog eens vlooien

Alweer een rustdag. We hoeven er vandaag niet om vijf uur uit. Elly is gistermiddag ziek geworden en we zouden vanochtend de situatie aanzien. Marcel komt om vijf uur melden, dat ze nog niet helemaal beter is. Ook Thecla, die naast mij slaapt, klaagt dat ze hoofdpijn heeft. Waarschijnlijk hebben ze beide last van de hoogte, want we zitten inmiddels al op 4300 meter hoogte. We kamperen weer naast de gletsjer op een plek, die Marfoghoro heet.

Het is acht uur in de ochtend en de zon brandt even op de tent. "Ik heb er één te pakken" roept Cees in de tent naast mij. Even daarna hoor ik Luc zeggen "Daar gaat er ook een !". Cees en Luc zijn duidelijk op jacht ! Door de warmte blijken de vlooien, die Cees en Luc in het hotel in Skardu hebben opgedaan, langs de binnentent om hoog te lopen.

Verder slapen lukt me niet meer, want Cees en Luc worden nu erg actief. Ze halen de buitentent van de binnentent af en laten op alle manieren merken als ze er weer eentje dood geknepen hebben. Ook in de binnentent van mijn tent zie ik nu vlooien lopen, maar gelukkig hebben we geen last van ze.

foto06_2.jpg (12177 bytes) Grote foto links is 93 Kb en rechts 113 Kb

Foto links: Uitzicht op de gletsjer in de richting van de pas.
Foto rechts: Vanuit onze kampeerplek Marfoghoro rijzen hoge bergwanden op.

Foto's: Fred Triep

foto07_2.jpg (12782 bytes)

De rest van de dag wordt het heen en weer lopen, slapen en lezen, omdat het af en toe regent. Dat betekent, dat het hoger (op Snow lake en op de pas) sneeuwt. De volgende dag is Elly beter, maar het weer is nog steeds wisselvallig. Regenbuien komen regelmatig aanwaaien en we besluiten nog een dag op deze plek te blijven. Lopen in de regen of de sneeuw is niet zo'n probleem, maar om een of meerdere dagen op een sneeuwvlakte "vast te zitten" in een tent, die waarschijnlijk ook van binnen nat gaat worden lokt ons niet.

Na twee dagen rust weer op stap

Vandaag is het aardig weer. We zijn blij, dat we na twee rustdagen weer op pad kunnen. Met één van de ervaren dragers vertrekken we om kwart over zeven in de ochtend van Marfoghoro op weg naar een kampeerplek op Snow Lake. We lopen via het sneeuwveldje de meer dan 2 km brede gletsjer weer op. Al gauw krijgen we weer de eerste spleten te zien, waar we omheen moeten lopen. Het lopen op de vlakke gletsjer levert nu weinig moeilijkheden op. Er liggen op deze hoogte op het middendeel weinig stenen en het ijs is voldoende "ruw". We hebben onze stijgijzers nog steeds niet nodig.

foto08_2.jpg (12389 bytes) Grote foto links is 91 Kb en rechts 140 Kb

Foto links: Nogmaals een uitzicht op de gletsjer in de richting van de pas.Langzamerhamd komt er losse sneeuw op de gletsjer.
Foto: Fred Triep
Foto rechts: Rustpauze op de gletsjer met koffie en thee
Foto: Thecla Tieland

foto09_2.jpg (16480 bytes)

Op deze manier lopen we enige uren, waarbij langzamerhand de hoeveelheid sneeuw om ons heen toeneemt. Omdat de sneeuw spleten "onzichtbaar" maakt, moeten we in de middag weer naar de rechterzijkant van de gletsjer afbuigen. Dan begint er weer een tocht over de stenen, die hier liggen, afgewisseld met kleine sneeuwveldjes, waar je soms diep in de sneeuw wegzakt. En dan weer een hoop stenen op. Marcel loopt naast mij, maar opeens zie ik de steenhelling onder zijn voeten weg schuiven. Ik zie hem drie meter lager terecht komen. Hij heeft een behoorlijke smak gemaakt, maar hij geeft geen krimp. Zijn linkerbeen zet op, ondanks het ijs, dat we erop leggen en zijn knie is pijnlijk geworden. Hij heeft gelukkig niets gebroken. Ik hoop dat hij er op de rest van de tocht geen problemen meekrijgt, want dit berggebied ligt bijzonder ver van de bewoonde wereld.

foto10_2.jpg (13036 bytes) Grote foto links is 100 Kb

Foto links: Vanuit een uitzichtpunt op wat stenen kijk ik terug op de Biafogletsjer. Linksonder in het beeld zit Thecla

Foto: Fred Triep

Na enige tijd loop ik verder. De dragers, die ons ingehaald hebben, hebben een sneeuwspoor langs een mooi blauw gletsjermeer gemaakt. Dat spoor volg ik en dan moet ik weer enige tientallen meter omhoog klauteren op een stenenhoop. Achter deze hoop zie ik het nieuwe kamp. Snow Lake is nog een eind verder, maar dat kan vandaag niet gehaald worden. De keukenploeg is op een vlak stukje tussen stenen muurtjes, omgeven door sneeuwvelden, bezig thee te maken.

Een poging om door de impasse heen te breken

"Good morning, sir, good morning, medium, it is one o'clock". Het is een uur in de nacht van vrijdag op zaterdag en de hoofdkok, Ghulam Rasoel, staat met 2 koppen thee voor onze tent om ons te wekken. Zijn Engelse woordenschat is erg beperkt en hij weet nog niet, dat het woord "mevrouw" madam is.

Vanmiddag hebben we hopelijk een goed besluit genomen. Om de tocht over de Hispar La te kunnen maken, willen wij vannacht om 2 uur vertrekken, zodat we rond 8 uur op de pas kunnen zijn.

In het donker pakken we onze spullen in de rugzak en breken de tenten af. Het is niet echt koud. Door de zware bewolking is de uitstraling van warmte niet zo groot geweest. Na een ontbijt van havermoutpap in de keukentent doen we onze gordels aan, want vandaag gaan we voor het eerst aangelijnd. Helaas heeft Imam niet voldoende touw om alle expeditieleden ("toeristen", keukenpersoneel en dragers) aan het touw te laten lopen. Wij worden met zijn zessen en enkele dragers verdeeld over twee touwgroepen. Imam baig en het keukenpersoneel zitten aan een oude sleepkabel en een deel van de dragers zal "los" achter deze 3 touwgroepen aanlopen. Als dat maar goed gaat !

Om 3 uur gaan we op gang. De touwgroep met Imam Baig loopt steeds een kwartier tot een half uur en neemt dan korte pauzes. De 2 andere touwgroepen volgen de eerste groep. De sneeuw is niet bikkelhard, maar ook nog niet super zacht. Op dit moment is het lopen in de sneeuw goed vol te houden. Ik heb last van de ijle lucht en voel af en toe een misselijkheid opkomen als ik even te snel loop. In de korte pauzes kan ik mijn ademhaling weer rustig krijgen en dan verdwijnt de misselijkheid weer.

Het wordt langzaam licht, als we op Snow Lake aankomen. Dit is werkelijk een heel mooi bergpanorama. Rechts van ons zien we 2 grote firnbekken op de Biafo gletsjer uitkomen en schuin achter ons zien we de moeilijk te beklimmen Baintha Brakk (7285 m). In 1937 vond een Engels expeditie met Eric Shipton op deze sneeuwvlakte reuzensporen, die aan een Yeti werden toegeschreven. Deze uitgestrekte en uitgestorven sneeuwvlakte op 4900 meter hoogte, ver van de bewoonde wereld, maakt diepe indruk op ons.

foto13_2.jpg (14053 bytes) Grote foto links is 84 Kb en rechts 47 Kb

Foto links: Tijdens onze voettocht over Snow Lake rusten enkele dragers even uit.
Foto rechts: Tijdens onze beklimming naar de Hispar- La kijk ik naar achter terug over Snow Lake

Foto's: Fred Triep

foto14_2.jpg (8837 bytes)

We staan nu aan de voet van de helling, die naar de brede Hispar La leidt. Op deze helling zijn een aantal grote spleten zichtbaar en we lopen daarom zigzaggend de helling op. We bereiken de pas om ongeveer negen uur. Het is jammer, dat het uitzicht tegenvalt, omdat er steeds meer laaghangende wolken komen. Als ik door mijn camera achter mij naar beneden kijk, zie een grijze massa, waarin de afzonderlijke toppen zijn verdwenen. We zijn blij, dat tot nu toe alles goed is verlopen.

De keukenploeg legt midden op de pas weer het zeiltje uit voor de lunch. We genieten weer van de toastjes met smeerkaas, sardines en tonijn. Het eten en de keukenploeg heeft Imam echt voortreffelijk georganiseerd. Daarnaast maken we veel foto's. Ik laat er onder andere één van ons zessen met Imam Baig en een klein Nederlands vlaggetje maken.

We gaan de Hisparvallei in

Een uur later zijn we weer op pad. Door de sneeuw gaan we aan de andere kant van de pas de Hispar vallei in. Het uitzicht valt nog steeds tegen, door de laaghangende bewolking. En de sneeuw begint langzamerhand heel zacht te worden. Aan het begin van mijn touwgroep lopen dragers met elk ongeveer 30 kilo bagage op hun rug. Ik zie ze steeds weer tot hun knieën wegzakken. We kruisen de eerste spleet via een sneeuwbrug. Uiterst langzaam lopen we over de brug. Het gaat goed, maar hoe moet het nu met de "losse" dragers. Als laatste touwgroep besluiten we maar even te wachten. De touwgroep met onze gids is uit het zicht verdwenen. Na enige tijd meldt Cees, die als laatste aan onze touwgroep zit, dat alle dragers over de brug zijn gekomen. Ze zijn behoorlijk bang geworden en er "hangen" daarom opeens vijf dragers aan de laatste vijf meter touw achter Cees. Evenals de dragers, die al aan ons touw zaten, hebben ze het touw om hun middel gebonden. Deze situatie is in dit spletenrijk gebied hachelijk geworden, want we zitten nu met 10 man aan 30 meter touw. En wat gebeurt er als één van de laatste vijf dragers in een spleet zakt ? Kan de rest van de touwgroep er dan uit blijven ? Ik betwijfel het ! In de Alpen zou een berggids zo nooit op stap gaan.

foto15_2.jpg (9370 bytes) Grote foto links is 54 Kb

Foto links: De tweede touwgroep daalt de pas af over een zone met spleten naar de Hispargletsjer

Foto: Marcel Neelen

We dalen verder af en komen de eerste twee touwgroepen weer tegen. Nu staan we voor een spleet, die wel 2 meter breed is. Imam Baig moppert en loopt heen en weer. Hij neemt er de tijd voor om een oplossing te vinden. Wij gaan in de sneeuw zitten en wachten af. Het gaat nu echt link worden. Zouden we terug moet keren ?

Imam is over de spleet gesprongen en Ghulam Rasoel is hem achterna gesprongen. Deze ervaren berggeiten zijn goed aan de andere kant terecht gekomen. Zij gooien nu een touw over de spleet en daarna springen we elk afzonderlijk, zonder onze rugzak, met het touw aan ons gordel naar de overkant. Imam en Ghulam houden bij elke sprong het touw strak, zodat ze bij een te korte sprong de persoon alsnog omhoog kunnen trekken. Eerst springt Elly, daarna Thecla, dan Luc, dan Marcel en daarna ik. Terwijl ik hardop 1, 2 en 3 tel, spring ik op moment dat ik 3 tel. Ik beland op mijn buik op de rand aan de overkant van de spleet. Dat overkwam Elly en Thecla ook, maar ze zijn veel lichter dan ik. Maar Imam en Ghulam weten ook mij over de rand te trekken. Oeff !

Ook Cees en een aantal dragers weten op deze manier veilig aan de overkant te komen. Nu worden rugzakken met een touw over de spleet getakeld. Ook dat gaat goed. Dan volgt de rest van de bagage, die door de dragers gedragen werd. We wachten en proberen ons te ontspannen. Wie weet moeten we nog meer van dergelijke spleten vandaag oversteken. Opeens zegt Imam :"Er is een tent in de spleet gevallen".

Ik ga de andere bagage zoeken en vind in de sneeuw mijn tent en die van Cees. Dan moet de tent van Elly en Marcel er in gevallen zijn. De takelwerkzaamheden gaan door en daarna springen de laatste dragers aan het touw over de spleet. Het is zeker al een uur later geworden en de sneeuw wordt steeds zachter.

Het is inmiddels duidelijk geworden, dat de tent van Elly en Marcel er niet meer is. Marcel is zeer verbolgen en vind dat Imam de takelwerkzaamheden te achteloos gedaan heeft. Alitjo, een van de dragers stelt voor hem in de spleet te laten zakken om te kijken of hij de tent nog kan redden. Hij heeft daarvoor stijgijzers, een gordel, een pickel en een regenjack nodig. Wij geven hem deze materialen. Luc wordt op een kort afstand van de rand gezekerd en via een halve mastworpknoop laten we Alitjo aan het einde van een 30 meter lang touw de spleet inzakken. Alitjo heeft dit waarschijnlijk eerder gedaan. Hij heeft ook het volste vertrouwen in onze kennis. Wij hebben echter toch onze twijfels. Als hij op 15 meter diepte is, meldt hij dat hij onder hem de tent gezien heeft, waarschijnlijk nog ongeveer 10 meter diepte. Ik krijg het benauwd ! Als we hem laten zakken tot 25 meter diepte hebben we nog maar 5 meter touw over om hem omhoog te trekken. Dat wordt erg krap ! We zijn veel te bang, dat we voor een tent een Pakistaanse drager moet achterlaten. Dat is een tent nooit waard !

Imam roept, dat we hem verder moeten laten zakken ! Ook Marcel, Cees en Luc vinden dit onverantwoord en we hijsen Alitjo weer naar boven. We zijn blij als zijn hoofd weer boven de spleet verschijnt.

We gaan weer verder. Het is inmiddels al 3 uur in de middag en we zijn al 12 uur op pad. Om een kampeerplek naast de gletsjer te vinden moeten we nog zeker 5 à 6 uren lopen. En we zijn erg moe van het strompelen door de zachte sneeuw. Imam besluit op een wat vlakker stuk terrein beneden ons in de sneeuw te kamperen. Dat betekent nog wel een uur lopen door de sneeuw, waarbij we misschien nog wat spleten zullen moeten oversteken. Wij zitten nog steeds met teveel mensen aan het touw, met ongeveer 8 man, maar we hebben de achtknopen wat gelijkmatiger over het touw verdeeld. We moeten weer een sneeuwbrug over, maar ook deze houdt het.

Als we in ons nieuwe kamp in de sneeuw onze twee overgebleven tenten opzetten, zijn we weer "kapot". Elly en Marcel krijgen het lekke tentje van Imam. Ze mopperen, omdat ze bang zijn dat 's nachts hun spullen nat worden. Imam en de dragers zullen deze nacht in de grote eettent slapen. Ik ben bang, dat de sneeuw onder mijn plastic zal smelten en dat het water mijn tent zal binnenlopen. Ik heb weinig ervaring met kamperen in de sneeuw. Om problemen te vermijden zoek ik een vlak stuk sneeuw uit voor mijn tent. Na het avondeten gaan we snel de slaapzak in en we merken geen van allen, dat het die nacht weer sneeuwt.

foto16_2.jpg (9620 bytes) Grote foto links is 64 Kb

Foto links: Een ijsval aan de rand van de gletsjer

Foto: Fred Triep

Een nare droom

Ik schuif de schuifpui open en loop mijn tuin in. Ik zie mijn plantenkasje staan, maar het gazon is verdwenen. Op de plek van het gazon zie ik een paar grassprietjes. Ik snap er niets van. Ik ga weer naar binnen. Wat vreemd, mijn huis lijkt wel gespiegeld ! De hal en de keuken liggen op de verkeerde plaats. Ook die kasten ken ik niet ! Verrek, ik loop rond in het huis van mijn buren ! Straks krijg ik nog ruzie met ze, als ze me zien.

Ik schrik wakker en realiseer me, dat ik in mijn tent lig en op 4700 meter hoogte op de sneeuw kampeer. Ik moet opeens plassen, dus ik ga naar buiten. Als ik de buitentent openrits komt er een lading sneeuw naar binnen. Buiten de tent blijkt de sneeuw een decimeter hoger te liggen dan binnen in de bagagepunt van de buitentent. Ook bovenop mijn tent ligt een laag van 10 cm sneeuw. Ik schuif zo veel mogelijk sneeuw ervan af.

Bibberend kruip ik weer in mijn slaapzak. Thecla is ook even wakker. Ze heeft gedroomd, dat onze tent tussen 2 diepe spleten staat. Ik stel haar gerust, het zicht is buiten maar 20 meter, maar binnen dat zicht heb ik alleen maar sneeuw gezien.

Voor de laatste keer aan het touw

Vanochtend moesten we weer aan het touw. We hebben enkele uren over de sneeuw gelopen. De bergen rondom de gletsjer kunnen we niet zien, de wereld om ons heen is wit en grijs. Alle toeristen zitten nu aan hetzelfde touw en we worden voorafgegaan door een drager en iemand uit de keukenploeg, die steeds voor zich uit in de sneeuw prikken om te kijken of de stok alleen maar in de zachte sneeuw wegzakt of dat er misschien een spleet is. We schieten dan ook niet hard op. De enige steun, die onze voorgangers kunnen gebruiken, is een vaag loopspoor van 3 mensen, die ons 2 dagen geleden op Snow Lake als tegenliggers passeerden. We kruisen weer een aantal spleten en we moeten heel voorzichtig over een sneeuwbrug. We twijfelen heel sterk of de sneeuwbrug het houdt. Marcel kruipt langzaam op zijn knieën en zijn buik over de brug. Dat gaat goed, ik loop er overheen. Dat gaat ook goed. We komen er toch allemaal overheen.

Die ochtend zakken we nog vaak in de diepe sneeuw weg. Aan het eind van de ochtend wordt het zicht beter. De zijmorene aan de noordkant van de gletsjer wordt zichtbaar en we lopen daar naar toe. Dan kunnen onze gordels af en kunnen we weer zelfstandig lopen. We drinken thee en lunchen onder een zeiltje, dat boven muurtjes gestapelde stenen is gespannen. Sneeuwbuien striemen ons hoofd tijdens de lunch, maar we zijn opgelucht dat we het gebied met door de sneeuw bedekte spleten achter ons gelaten hebben.

Gelukkig, er is weer gras !

Na de lunch lopen we enige tijd over een vaag voetpad, dat over de stenen aan de noordkant van de gletsjer loopt. Tussen sommige stenen verschijnen zelfs grassprietjes en de eerste alpiene plantjes verschijnen. Ik heb ze de afgelopen dagen erg gemist. Ik snak duidelijk naar grazige weiden, waarin het heerlijk kamperen is.

foto17_2.jpg (11134 bytes) Grote foto links is 73 Kb en rechts 76 Kb

Foto links: De Hispargletsjer in het licht van de ondergaande zon
Foto rechts: Nogmaals de Hispargletsjer in het licht van de ondergaande zon

Foto's: Fred Triep

foto18_2.jpg (11090 bytes)

We staan nu voor de eerste zijgletsjer, die zich samenvoegt met de grote Hispargletsjer. We volgen de dragers en Imam, die rondkijkend naar de steenmannetjes hun weg zoeken op deze zijgletsjer. We moeten vele bochten maken rondom spleten en verschillende keren omhoog en omlaag lopen. Bij een moeilijk en spekglad stukje ijs, dat we omhoog moeten, pakt Imam mijn pickel van mijn rugzak om voor ons een paar piepkleine treetjes te hakken. De treetjes zijn voldoende om er de neuzen van de bergschoenen in te zetten en zo komen we snel doorstappend allemaal op deze ijshobbel. De zijgletsjer is maar enkele honderden meters breed, maar de passage van deze zijgletsjer kost ons 2 uur !

Ik ben een stukje achterop geraakt bij de rest. De zijkant van de zijgletsjer is in zicht. Maar nu moeten we de steile wand van de zijmorene nog omhoog. Het pad langs deze wand is niet erg breed. Het is eigenlijk één voetstap breed en het pad wint zigzaggend heel snel hoogte. Bij een grote steen enige tientallen boven mij zie ik de anderen wachten. Ik wil me graag bij hen aansluiten, maar als ik te snel ga voel ik het zand onder mijn voeten schuiven. Een misstap op dit pad kan fataal zijn. Dan toch maar wat langzamer lopen. Hijgend van de spanning en de inspanning loop ik verder naar boven. Dit enge pad jaagt me op, ik wil er voorbij zijn. Maar ik weet ook dat je bij paniek juist eerder een misstap maakt. Dus probeer ik me maar zo veel mogelijk te concentreren op het lopen en dat lukt. Tien minuten later sluit ik me aan bij mijn vrienden. Het pad is daarna nog ongeveer een kwartier lang op dezelfde manier bezig omhoog te lopen, totdat we een plateau bereiken. De rest van de middag kunnen we een pad volgen, dat over het plateau loopt. Slechts op enkele plaatsen, waar de helling naar beneden is geschoven, moeten we weer over losse stenen balanceren. Als we de nieuwe kampeerplek op 4500 meter naderen, zien we dat de keukenploeg al weer bezig is met de thee. Als we aankomen en onze tenten willen opzetten, worden we door Imam gemaand eerst thee te drinken. want hij wil met enkele dragers en onze pickels eerst stukjes terrein egaliseren voor de tenten.

De laatste loodjes van de tocht

De volgende drie dagen moeten we nog drie zijgletsjers passeren en nog enkele keren een steile zijmorene traverseren. Het passeren van deze zijgletsjers kost ons steeds anderhalf à twee uur. Het traverseren van de steile wanden gaat sneller, maar het blijft elke keer een uiterst (in)spannende bezigheid. Een keer helpt Ghulam Rasoel ons bij de passage over zo'n steile wand door treden te hakken met een van onze pickels.

foto19_2.jpg (12237 bytes) Grote foto links is 115 Kb

Foto links: Om onze tocht langs de Hispargletsjer te vervolgen, moeten we één van de zijgletsjers passeren.

Foto: Fred Triep

Het voetpad boven langs de hoofdgletsjer wordt echter steeds gemakkelijker. Na de laatste zijgletsjer komen we de eerste herders uit Hispar tegen, die hout gesprokkeld hebben boven het dorp. We zien ook ezels en paarden grazen. Het voetpad wordt nu gemakkelijk en na een paar uur ontspannen wandelen bereiken we het dorpje Hispar, dat op 3300 meter hoogte ligt. We worden verwelkomt door horden jongetjes uit het dorp, die ons vergezellen naar het Rest House. Uiteindelijk is de tocht toch succesvol geweest. We komen allemaal heelhuids aan in de bewoonde wereld. Het is jammer dat de tent achtergebleven is. De luizen hebben de tocht niet overleeft. Na de nacht kamperen in de sneeuw heb ik Cees en Luc niet meer gehoord over jeuk en beestjes.

foto20_2.jpg (13398 bytes) Grote foto links is 112 Kb

Foto links: Ik word tezamen met 2 rugzakken in een groentekistje over de snelstromende Hisparrivier getrokken

Foto: Marcel Neelen

De laatste dag van de tocht is eigenlijk heel erg saai, op die ene passage over de snel stromende Hispar rivier na. Men is bezig met de bouw van een hangbrug, maar om de laatste keer de rivier over te steken, moeten we in een groentekistje stappen en dan worden we één voor één over de rivier getrokken. Als je je goed vasthoudt aan de kabel, waaraan dit kastje hangt, dan valt het heel erg meer. Het voetpad langs de rivier is heel eentonig. Om half een 's middags bereiken we Huru en daar weet Imam in de loop van de middag een jeep voor ons en een trekker met aanhangwagen voor de bagage en de dragers te regelen. Donderdagavond 12 augustus lig ik weer in een bed in Aliabad in de Hunzavallei. De dagen daarop rusten we goed uit en genieten we volop van de mensen in deze prachtige vallei, hun dansen, hun sterke drank (Hunza water), het Altit fort en de uitzichten op de witte pieken rondom de vallei. Aan de overkant van de vallei glinstert de sneeuw op de 7800 meter hoge Rakaposhi. Veel te ver voor ons ! Een voettocht naar de Ultargletsjer kan in één dag gedaan worden. We hebben er even geen zin meer in !



Deze pagina is het laatst aangepast op vrijdag 4 november 2005

line.gif (1269 bytes)

Voor aanvullingen of reacties, stuur mij een email:

Stuur je reactie ! email: Fred Triep

Return to: Terug naar: